Moeten
In een bekende krant lazen wij: "Vandaag duikt er onder orthodoxe christenen een
regelrechte dwaling op. Plichten en geboden gelden daarin als
oudtestamentisch en wettisch. [Men zegt:] 'In het Nieuwe Verbond zijn
wij vrij van de wet en leven we door de Geest'. Deze dwaling heet
antinomianisme". Het blad besloot zijn waarschuwing met het zinnetje:
"Het wordt tijd dat christenen ophouden met hun religieuze gepuber. Wie
geestelijk volwassen wordt, overgroeit de allergie voor 'moeten'.
Moeten moet!" Krasse taal, maar wát zegt de Schrift?
1. Gelovigen zijn onder de genade (Romeinen 6:14) en niet onder de wet (Galaten 5:18).
2. Zij zijn van de wet vrijgemaakt (Romeinen 7:6).
3. Hen die onder de wet WAREN (gelovige Joden) zijn door de Zoon vrijgekocht (Galaten 4:4-5)
4. Christenen hebben opdracht om vast te staan in de vrijheid van Christus (Galaten 5:1)
5.
Ze mogen niet terugkeren naar de zwakke en arme grondbeginselen van een godsdienstige kalender (Galaten 4:9-11)
6.
Niemand mag hen oordelen inzake eten of drinken, of het al dan niet
houden van bepaalde rust- en feestdagen (Kolossenzen 2:16-17)
7. Ze mogen zich geen bepalingen (m.b.t. ceremoniële reinheid) laten opleggen (Kolossenzen 2:20-23)
Volwassenheid
ontstaat niet waar gelovigen zich onder een wet stellen. De wet
kan niemand tot volkomenheid brengen (Hebreeën 10:1, vgl. Galaten
3:1-3). Volwassenheid ontstaat waar mensen weet hebben van Gods
genade en op die genade vertrouwen (Titus 2:11-12). Al wat uit God
geboren is overwint de wereld (1 Johannes 5:4). God heeft er leven in
gelegd. Een appelboom hoeft niet wekelijks te horen dat hij faalt omdat
er nog geen appels zijn. Op Gods tijd zal hij vrucht
voortbrengen, aangezien God hem als appel heeft geschapen.
Voorgangers kunnen zich openlijk tegen de Schrift keren en toch voor
"orthodox" doorgaan. Daaruit blijkt, hoezeer we verblind zijn.
Terug naar de startpagina